Pedagogisch Beleidsplan Kinderopvang in je Sas
Pedagogisch beleidsplan
Vooraf
In dit beleidsplan laten wij u kennismaken met het pedagogisch beleid van kinderopvang in je Sas. Het pedagogisch beleid geeft aan welke uitgangspunten en werkwijze wij hanteren bij de omgang, verzorging en opvoeding van de kinderen. Het pedagogisch beleidsplan is de basis van ons dagelijks handelen en zorgt voor een eenduidige aanpak van de leidsters. Het plan biedt leidsters steun bij de hun dagelijkse werk en geeft huidige en toekomstige klanten inzicht in de wijze van werken bij de opvang die wij bieden. Het pedagogisch beleidsplan is ook een verantwoording van ons werk. Het vormt daardoor ook een belangrijke toetssteen voor ouders en controlerende instanties. In dit beleidsplan zijn ook de belangrijkste aspecten van de vier competenties uit de Wet Kinderopvang opgenomen. Het gaat om aspecten als: sociale veiligheid, sociale competenties, persoonlijke competenties en overdracht van normen en waarden.In dit pedagogisch beleidsplan wordt gesproken over kinderopvang in je Sas, daarmee wordt het gehele bedrijf bedoeld, wordt er gesproken over kinderdagverblijf, dan bedoelen wij de opvang van 0 tot 4 jarigen en de BSO is de opvang van 4 t/m 12 jarigen.
Uitgangspunten
Kinderopvang in je Sas is een kleinschalig kinderdagverblijf en biedt vanuit een huiselijke sfeer opvang aan kinderen van 6 weken tot 4 jaar. De opvang vindt plaats in een verticale groep. Het pedagogisch doel van Kinderopvang in je Sas is dat kinderen, in samenspraak met de ouders, in een veilige vertrouwde en stimulerende omgeving op kunnen groeien en ontwikkelen. Door het aanbieden van veiligheid, geborgenheid en vertrouwdheid kunnen de kinderen in hun eigen tempo opgroeien en daarbij hun eigen mogelijkheden en soms beperkingen ontdekken. Als leiding hebben wij hierbij een begeleidende, verzorgende en ontwikkelende taak. Kinderen worden daarbij geaccepteerd, zoals ze zijn, dus met ieders eigenheid en individuele mogelijkheden.Buitenschoolse opvang in je Sas biedt opvang aan maximaal 27 kinderen. Buitenschoolse opvang in je Sas biedt voorschoolse-, tussenschoolse en naschoolse opvang. Tevens bieden wij vakantieopvang. De opvang is voor kinderen in de basisschool leeftijd.
Wij stellen hoge eisen aan vakbekwaamheid van leidsters, de indeling en inrichting van de opvangruimte. Uiteraard volgen we de wettelijke richtlijnen voor gezondheid, hygiëne en veiligheid.
Pedagogische visie
Ons pedagogische visie is gebaseerd op een 7-tal hoofdlijnen, dit geldt voor zowel het kinderdagverblijf als de buitenschoolse opvang.Kinderopvang in je Sas werkt vanuit een kindgerichte visie. Ieder kind is uniek, heeft zijn eigen behoeften en ontwikkelt zich in een eigen tempo. Onze opvang is gericht op het individuele kind. Wij gaan uit van een gedeelde opvoedingsverantwoordelijkheid van ouders en kinderopvang. Wij informeren ouders daarom ook actief over hoe wij als kinderopvang werken en vanuit welke visie. Als leiding hebben wij een begeleidende, verzorgende en ontwikkelende taak. Wij spelen in op de ontwikkeling van het kind en stimuleren de kinderen in hun individuele ontplooiing en behoeften. De binnen de kinderopvang geldende regels en richtlijnen zijn voor alle kinderen van toepassing. Vertrekpunt van ons handelen blijft steeds het kind en de feitelijke situatie. Ieder kind heeft het recht om zich in zijn/haar eigen tempo te ontwikkelen. Dit betekent onder meer dat kinderen zich ook moeten kunnen ontwikkelen in aanvulling op de thuissituatie. Regelmatige afstemming en uitwisseling tussen ouders en de leidsters over de kinderen vinden wij essentieel. De kleinschaligheid biedt ons een prima mogelijkheid om niet alleen de kinderen maar ook de ouders goed te leren kennen.
Wij vinden het voor alle kinderen belangrijk om zelfvertrouwen te ontwikkelen en de zelfredzaamheid te stimuleren. Taal- en vaardigheden ontwikkelingsprogramma"s voor peuters helpen ons daarbij. We werken vanuit duidelijke en heldere regels. Op deze manier herkennen de kinderen bepaalde gewoontes en regels en weten ze waar ze aan toe zijn. Onderdeel hiervan is ook het werken met een vaste dagindeling. Dit geeft de kinderen structuur en regelmaat. Door deze regelmaat wordt er een veilig klimaat geschapen voor de kinderen en kunnen zij zich optimaal ontwikkelen.
Ondanks deze regels houdt opvoeden ook altijd in; "flexibel en met gezond verstand werken". Als iets voor het ene kind goed is, hoeft dat voor het andere kind niet zo te zijn. Waar de ene opvoeder (ouder of leidster) succes heeft, kan het bij de andere soms geen effect hebben. Opvoeden gaat dus om het zoeken van een evenwicht tussen het werken vanuit een vaststaand kader en het leveren van maatwerk.
De ontwikkeling van kinderen 0 tot 4 jaar:
Bij het kijken naar de ontwikkeling van kinderen onderscheiden wij binnen Kinderdagverblijf in je Sas vier gebieden:Lichamelijke ontwikkeling (motoriek);
Sociaal- emotionele ontwikkeling;
Cognitieve ontwikkeling;
Creatieve ontwikkeling;
We zullen deze gebieden toelichten, waarbij we zoveel mogelijk voorbeelden uit de dagelijkse praktijk van Kinderopvang in je Sas hebben opgenomen.
Lichamelijke ontwikkeling (motoriek)
In de leeftijdsfase van 0 tot 4 jaar maakt het kind een grote ontwikkeling door in de motoriek. Hierbij is onderscheid te maken in de grove en de fijne motoriek. De grove motoriek wordt gestimuleerd door het aanbieden van uitdagende spelmogelijkheden passend bij de leeftijd van de kinderen. Door het spelen leren kinderen hun eigen mogelijkheden kennen. Klauteren, klimmen en springen zijn zulke activiteiten. Ook het samen dansen op muziek is een activiteit die de grove motoriek stimuleert.
De fijne motoriek heeft betrekking op kleine bewegingen die coördinatie tussen ogen en handen vereisen. Het kind gaat naar voorwerpen grijpen, pakken en gaat iets in de mond stoppen. Het maken van puzzels, tekenen en knutselen bijvoorbeeld zijn activiteiten die deze ontwikkeling stimuleert. Baby"s wordt zowel in de box als in een wipstoeltje divers speelgoed aangeboden ( bijvoorbeeld rammelaars, baby gym en ritselboekjes)
Ook in de dagelijkse verzorging dragen het eten en het drinken (van fles naar tuit naar gewone beker) bij aan de ontwikkeling van de fijne motoriek.
Sociaal- emotionele ontwikkeling;
De keuze van ouders voor kinderopvang in een kinderdagverblijf is een keuze voor opvang van het kind in groepsverband. In de groep kan het kind relaties opbouwen met andere kinderen en met verschillende volwassenen. In de omgang met andere kinderen en met de leidsters wordt de sociaal-emotionele ontwikkeling gestimuleerd. Het kind leert omgaan met anderen en ziet wat zijn gedrag voor invloed heeft op hen. Het kind leert om te gaan met zijn eigen boosheid, verdriet en blijdschap, maar ook met de boosheid, verdriet en blijdschap van anderen. Onze leidsters scheppen de voorwaarden voor het samen spelen van de kinderen: door de inrichting van de ruimte en het aanbieden van spelmaterialen. Maar ook doet het kind sociale vaardigheden op door bijvoorbeeld te helpen met opruimen, het delen van speelgoed, het samen eten, leren wachten en het samen vieren van een feestje.
Cognitieve ontwikkeling;
Taal is een belangrijk middel om de wereld te begrijpen. Een kind vraagt en krijgt in taal uitleg en hulp. De leidster speelt hierin een actieve rol door veel naar het kind te luisteren en met het kind te praten. Dit gebeurd zoveel mogelijk in correct Nederlands, zodat de kinderen dit overnemen. Ook wordt er zoveel mogelijk op de taaluitingen van het kind gereageerd. Daarbij wordt maximaal aangesloten bij de belevingswereld en persoonlijke emoties van de kinderen. Belangrijk hierbij is dat er niet in brabbeltaal terug gesproken of nagepraat wordt.
Zingen met de kinderen is bijvoorbeeld een belangrijke activiteit om de taalontwikkeling te stimuleren, ditzelfde geldt voor spelletjes met klank en geluid. Voorlezen is ook een manier om taal te stimuleren. Wij draaien ook bijna dagelijks verschillende soorten muziek.
Creatieve ontwikkeling;
Wij vinden het belangrijk dat de fantasie van het een kind tot zijn recht komt en creativiteit in de brede zin wordt aangemoedigd. Dus ook creativiteit in denken. Creatieve vaardigheden zijn belangrijk voor een kind. Creativiteit vergroot het probleemoplossend vermogen van het kind. Om de creatieve ontwikkeling te stimuleren werken wij met allerlei soorten materialen (water, zand, verf, klei, papier). Vanaf een leeftijd van ongeveer 2 jaar mogen de kinderen wekelijks knutselen. Tot die leeftijd heeft het knutselen meer een incidenteel karakter en richt het zich vooral op verjaardagen van vaders, moeders, opa"s en oma"s. Kinderen van 3-3,5 jaar stimuleren we wat nadrukkelijker om bepaalde opdrachten of kleine klusjes te doen. Dit als een vorm van voorbereiding op hun basisschool.
Daarnaast wordt creatieve ontwikkeling ook gestimuleerd door creatief spel. Hiervoor zijn gevarieerde materialen beschikbaar (bijvoorbeeld keukenspeelgoed, verkleedkleren, diverse bouwmaterialen).
Tot slot worden er ook verschillende activiteiten ondernomen met de kinderen: uitstapjes, wandelen, verkleden.
Pedagogische doelstellingen BSO in je Sas
Een gemotiveerd team werkt op BSO in je Sas aan:a) het realiseren van een pedagogisch klimaat waarin kinderen kunnen spelen, ontmoeten, ontdekken en ontwikkelen;
b) het stimuleren van de ontwikkeling van het kind, waarbij rekening wordt gehouden met de eigenheid en de achtergrond van het kind;
c) het begeleiden van het kind in diens ontwikkeling als individu.
Uitgangspunten
In de Wet kinderopvang wordt onder andere aangegeven wat de overheid verstaat onder kwaliteit in de kinderopvang: "verantwoorde kinderopvang is kinderopvang die bijdraagt aan een goede en gezonde ontwikkeling van het kind in een veilige omgeving". Voor de pedagogische onderbouwing van de Wet kinderopvang en de bijbehorende toelichting, is gekozen voor de vier opvoedingsdoelen van professor J.M.A. Riksen-Walraven. Zij formuleert in haar theorie vier opvoedingsdoelen die gelden voor alle kinderen in de leeftijd van 0 tot en met 13 jaar.1. Een gevoel van emotionele veiligheid bieden.
Het bieden van een gevoel van veiligheid is de meest basale pedagogische doelstellingvoor alle vormen van kinderopvang. Er zijn drie bronnen van veiligheid te onderscheiden:
Vaste en sensitieve verzorgers . De beschikbaarheid van sensitief reagerende opvoeders in de eerste levensjaren blijkt bevorderlijk voor de veerkracht van kinderen, ook op de langere termijn. Aanwezigheid van bekende leeftijdsgenoten . In een vertrouwde groep kunnen kinderen gevoelens van verbondenheid en sociale verantwoordelijkheid ontwikkelen. De inrichting van de omgeving . De inrichting van een ruimte kan een bijdrage leveren aan een gevoel van geborgenheid. Aandachtspunten zijn akoestiek, licht, kleur en indeling van de ruimte.
Cas (3,5 jaar) is op de groep. Na het vaste ritueel van fruit eten en limonade drinken in de ochtend, mogen de kinderen zelf kiezen wat ze gaan doen. Een paar kinderen gaan in de poppenhoek spelen en anderen spelen met de auto"s. Cas heeft hier geen zin in. Hij wil graag spelen met zijn vriendje Thijs. Even later hebben Cas en Thijs een heuse boot gemaakt van kussens, en spelen ze piraatje: "Land in zicht!"
2. Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties.
Met het begrip persoonlijke competentie worden persoonskenmerken zoals bijvoorbeeld veerkracht, zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit bedoeld. Dit stelt een kind in staat om allerlei typen problemen adequaat aan te pakken en zich goed aan te passen aan veranderende omstandigheden.Ook stimuleren we de zelfstandigheid van een peuter door het bijvoorbeeld zelf naar het toilet te laten gaan, zelf de jas aan te laten trekken etc. Bij jonge kinderen zijn exploratie en spel de belangrijkste middelen om greep te krijgen op hun omgeving. Exploratie en spel kunnen worden bevorderd door:
1. Inrichting van de ruimte en aanbod van materialen en activiteiten . De inrichting van de ruimte moet zodanig zijn dat een kind zich veilig voelt en met aan de leeftijd aangepast materiaal kan spelen. De groepsruimte is ingedeeld in speelhoeken.
2. Vaardigheden van medewerkers in het uitlokken en begeleiden van spel. Medewerkers scheppen condities voor spel door een aanbod van materialen en activiteiten die aansluiten bij het ontwikkelingsniveau en de interesses van een kind, zonder een kind het initiatief uit handen te nemen.
3. Aanwezigheid van bekende leeftijdsgenoten . Goede relaties met leeftijdsgenoten bevorderen de kwaliteit van hun uitwisselingen en van hun spel. Het streven naar een zo groot mogelijke stabiliteit bij het samenstellen van groepen verdient prioriteit.
Lotte (2,5 jaar) heeft nog een luier om, maar ze vindt het telkens erg interessant als haar vriendje Tim op het potje gaat. Een van de medewerkers merkt dit op, en vraagt aan de ouders of ze thuis ook interesse heeft in het potje of het toilet. Dit blijkt zo te zijn, en samen met de ouders wordt een start gemaakt met de zindelijkheidstraining. Als Lotte de volgende keer weer komt, en weer aandachtig kijkt hoe Tim op het potje plast, vraagt de medewerker of Lotte dit ook wil. Ze mag een mooie stickerkaart uitkiezen, en krijgt een stickertje als beloning als ze op het potje is geweest. Dit stimuleert de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van het kind, en is goed voor het zelfvertrouwen ("Goed dat ik dat al kan!").
3. Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties.
Het begrip "sociale competentie" omvat een scala aan sociale kennis en vaardigheden, zoals zich in een ander kunnen verplaatsen, kunnen communiceren, samenwerken, anderen helpen, conflicten voorkomen en oplossen, het ontwikkelen van sociale verantwoordelijkheid. De interactie met leeftijdsgenoten, het deel zijn van een groep en het deelnemen aan groepsgebeurtenissen biedt kinderen een leefomgeving voor het opdoen van sociale competenties. Het geeft aan kinderen kansen om zich te ontwikkelen tot evenwichtige personen die functioneren in de samenleving.Vier peuters mogen verven. Ze gaan bloemen maken. De medewerker vraagt: "Wie weet een mooie kleur voor de bloemen?" Om de beurt mogen de kinderen een kleur verf uitkiezen. De medewerker doet deze kleur in een van de vakjes van een eierdoos. De medewerker geeft de kinderen bewust niet ieder een eigen bakje met verschillende kleuren verf, maar de eierdoos met vier kleuren verf erin komt in het midden van de tafel. Op die manier leren de kinderen dat ze de verf/kwast aan een ander kind kunnen vragen, dat ze kunnen ruilen, en dat ze soms even moeten wachten voordat ze zelf weer verder kunnen.
4. De kans om zich waarden en normen eigen te maken; socialisatie.
Kinderopvang biedt een bredere samenleving dan het gezin, waar kinderen in aanraking komen met andere aspecten van de cultuur en de diversiteit die onze samenleving kenmerkt. De groepssetting biedt daarom in aanvulling op de socialisatie in het gezin, heel eigen mogelijkheden tot socialisatie en cultuuroverdracht.Lotte en Roos (beide 3) hebben ruzie. Lotte heeft de pop van Roos afgepakt. De medewerker heeft dit opgemerkt, maar kijkt de situatie even aan. Het lukt de meisjes niet deze ruzie zelf op te lossen, want Roos trekt op een gegeven moment Lotte aan haar haren. De medewerker gaat op haar hurken tussen de kinderen in zitten, en pakt beide kinderen bij de hand. Ze legt uit dat het niet goed is om speelgoed van iemand anders af te pakken, en dat het helemaal niet aardig is om iemand aan de haren te trekken. Het is veel leuker om samen te spelen. Ze stelt voor dat Lotte even de andere pop uit haar poppenbedje haalt, en dat ze dan samen de poppen even in bad gaan doen.
Kinderopvang in je Sas beschikt over vijf pedagogische middelenom de vier voornoemde opvoedings-doelen te realiseren.
Het kind
Een kind is van nature nieuwsgierig en heeft de behoefte om nieuwe dingen te leren. Daarom zoekt hij/zij nieuwe uitdagingen op.Persoonlijke ontwikkeling
Elk kind ontwikkelt zich op een eigen tempo en heeft unieke competenties waardoor ieder kind om een andere benaderingswijze van de pedagogisch medewerker vraagt.
De rol van de pedagogisch medewerker in het ontwikkelingsproces van het kind zal vooral stimulerend en begeleidend zijn. Immers, een kind leert door het zelf te doen.
Binnen de dagstructuur geeft het kind zelf invulling aan zijn/haar dagbesteding. Hierdoor leert het kind:
initiatieven nemen
aangeven wat hij/zij leuk vindt en wat niet
keuzes maken
grenzen verleggen
zelf ontdekken van zijn/haar mogelijkheden zijn
De pedagogisch medewerker zorgt ervoor dat er altijd voldoende spelmateriaal aanwezig is. Zij stimuleert en begeleidt het kind in het aangaan van nieuwe uitdagingen. Een kind wat daar aan toe is, zal zij een puzzel aanbieden die net iets moeilijker is. Het kind wat onzeker is, zal de pedagogisch medewerker vaker dezelfde puzzel geven totdat het kind deze helemaal zelfstandig weet op te lossen. Hoe dan ook zal elke vorm van inzet en elke nieuwe overwinning van het kind door de pedagogisch medewerker gewaardeerd en benoemd worden. Deze waardering en erkenning zullen het gevoel van eigenwaarde bij het kind doen laten toenemen. Een kind dat zich veilig en gewaardeerd voelt staat in principe weinig in de weg om zich optimaal te ontwikkelen.
Om een kind die specifieke begeleiding te bieden waar het om vraagt is het noodzakelijk de ontwikkeling en welbevinden van het kind in kaart te brengen. Dit gebeurt middels observaties, oudergesprekken en werkbesprekingen. De pedagogisch medewerker heeft hierbij een signalerende functie.
Betekenis voor de praktijk
Onze uitgangspunten, pedagogische visie en kijk op de ontwikkeling van kinderen vindt een verdere uitwerking op een groot aantal terreinen. In dit hoofdstuk hebben we de betekenis voor onze dagelijkse praktijk nader voor u uitgewerkt.De groep
Door de verticale samenstelling van de groep kan een kind met kinderen van diverse leeftijden spelen. Aan sommige kinderen kan een kind zich een beetje optrekken, anderzijds leert het zich beheersen in contact met jongere kinderen. De grote kinderen houden rekening met de kleintjes en de kleintjes leren van de groten en soms is dat ook omgekeerd.De samenstelling van de groep wisselt per dag en soms per halve dag. Alle kinderen spelen met elkaar of als ze daar behoefte aan hebben spelen ze alleen.
Basisgroepen op de BSO
In de wet- en regelgeving staat vermeld dat een kind in de dagopvang en de buitenschoolse opvang in één vaste groep kinderen geplaatst wordt. Voor de buitenschoolse opvang wordt deze groep kinderen een "basisgroep" genoemd. De wet biedt ruimte om tijdelijk af te wijken van deze regel. Met schriftelijke toestemming van de ouders kan (extra) opvang tijdelijk in een andere groep dan de basisgroep van het kind plaatsvinden. Een basisgroep bestaat bij in je Sas uit maximaal 20 kinderen voor de leeftijdsgroep 4 - 12 jaar. Op dinsdag wanneer meer dan 20 kinderen worden opgevangen, zijn de kinderen verdeeld over meerdere basisgroepen. Bij in je Sas is een werkwijze die ervoor zorgt dat kinderen en medewerkers weten en ervaren bij welke basisgroep zij horen.Uiteraard krijgen de kinderen de vrijheid om zelf keuzes te maken in het doen van activiteiten en het opzoeken van vriendjes in een andere basisgroep. De wijze waarop de basisgroep wordt samengesteld, is bij in je Sas een vaste groep die komt op donderdag en de flexibele kinderen die soms wel en soms niet komen. In situaties van een lagere bezetting op de groep kan er voor gekozen worden om (groepjes) kinderen buiten hun vaste basisgroep samen te voegen. In deze samengevoegde groep is er meer keus voor kinderen om samen te spelen en ontstaat meer gelegenheid om specifieke activiteiten aan te bieden, bijvoorbeeld aan kinderen van dezelfde leeftijd of aan kinderen met dezelfde interesse. Bij de samenvoeging zijn vaste pedagogisch medewerkers aanwezig en is de structuur van de dag gelijk, dus herkenbaar voor uw kind.
Dagindeling BSO:
7:00-8:15 Kinderen worden gebracht op de BSO. Kinderen die voor 7:30 uur gebracht worden hebben nog de gelegenheid om hun zelf meegenomen broodje te eten. Rond 8:15 worden de kinderen naar school gebracht.11:45-12:45 We eten samen met de kinderen aan tafel een broodje. Tijdens het eten werken wij toe naar de zelfstandigheid van de kinderen. Zelf smeren, snijden en ook de tafel opruimen en de vaatwasser helpen inpakken. Daarna is er nog gelegenheid om te spelen.
15:00-18:00 Kinderen worden lopend of met de auto van school opgehaald, we gaan dan eerst gezamenlijk aan tafel om wat te drinken en eten. Daarna gaan we verschillend, buiten of binnen spelen.
Dagindeling Kinderdagverblijf:
Onze dagindeling kent op vaste tijden een aantal vaste onderdelen. Op vaste tijden wordt er gegeten, gedronken en fruit gegeten. Concrete invulling van een dag is afhankelijk van de leeftijd van de kinderen en specifieke behoeften.Baby"s worden in nauwe afstemming met de ouders, verzorgd wanneer zij daar behoefte aan hebben. Ze krijgen eten en drinken wanner ze honger hebben en gaan slapen wanneer ze moe zijn. De rest van de tijd kunnen ze spelen in de box, rondkijken vanuit een wipstoel of orden ze geknuffeld op schoot.
Kinderen die ouder zijn eten, drinken en slapen gezamenlijk. Kinderen slapen naar eigen behoefte en/of wensen van de ouders. De overige bezigheden worden aangepast aan de behoeften van de kinderen. De kinderen kunnen binnen en buiten spelen. Daarbij kunnen ze kiezen uit gevarieerd speelgoed en uiteenlopende bezigheden. De groep kan ook eens gesplitst worden. Bijvoorbeeld met de oudere kinderen naar de speeltuin/het bos onder leiding van een leidster.
7.00-9.00 Kinderen kunnen gebracht worden. (tussen 7.00 en 7.30 kunnen de kinderen gebracht worden bij de BSO) Om 7.30 neemt de pedagogisch begeleidster de kinderen mee naar de kinderopvang.
9.00-9.30 We starten de dag in de kring met beer Kiki. Spelen met materialen geschikt voor de leeftijd van het kind, boekje lezen, knutselen dit kan zijn plakken, verven, kleuren alles gericht op de ontwikkeling van het kind.
9.30-10.00 Fruit eten + drinken. Fruit eten doen we met zijn allen gezamenlijk aan tafel. Voor het fruit eten aan word er gezongen. Afgezien van de leeftijd van het kind geven we het fruit in stukjes of word het gepureerd.
10.00-11.30 Kinderen die op bed moeten gaan op bed. Anderen kunnen vrij spelen of er word mee geknutseld of gelezen. Bij mooi weer gaan we lekker naar buiten.
11.30-12.15 Broodje eten + drinken. Brood eten doen we gezamenlijk met zijn allen aan tafel. Voor het brood eten aan word er met zijn allen gezongen. Kinderen vanaf een jaar of 3 worden gestimuleerd in het zelf leren smeren van hun brood. Dit word gedaan op een gezellige en leuke manier.
12.30-13.00 Kunnen de kinderen die alleen een ochtenddeel afnemen gehaald worden, en de kinderen die alleen middagdeel afnemen worden gebracht.
12.15-14.30 Kinderen die op bed moeten gaan op bed. Anderen word mee geknutseld, gespeeld en bij lekker weer gaan we naar buiten.
14.30-15.00 Koekje eten + Drinken. Koekje eten doen we gezamenlijk met zijn allen aan tafel (en bij lekker weer buiten). Voor het koekje eten word er met zijn allen gezongen. De ene keer eten we een koekje de andere keer een rijst wafel als tussendoortje.
15.00-17.00 Kinderen die voor hun middagslaapje nog even op bed moeten gaan op bed. Andere kinderen kunnen nog lekker spelen met de aangeboden materialen, denk aan puzzels, speelgoed, loopauto"s. en bij lekker weer gaan we naar buiten.
17.00-18.00 Kinderen worden gehaald en u krijgt een overdracht van hoe de dag is gegaan. Tot 17.30 kunt u uw kind in het gebouw van de kinderopvang ophalen. Na 18.00 worden de overgebleven kinderen naar de BSO gebracht waarvandaan u uw kind kunt halen. Hier word een goede overdracht gedaan naar het personeel van de BSO.
Dit is een globale dagindeling; iedere dag wordt opnieuw gekeken wat er zal worden gedaan met de kinderen. Een en ander is daarbij afhankelijk van het weer, de groepssamenstelling en de stemming van de kinderen.
Opvangtijden en halen en brengen
Het kinderdagverblijf is vijf dagen in de week geopend van 7:00 tot 18:00 uur geopend. De dagen zijn verdeeld in dagdelen: ochtend van 7:00 tot 13:00 uur en een middag van 13:00 tot 18:00 uur. In principe is elke combinatie van dagdelen mogelijk. Kinderen kunnen zowel voor hele als voor halve dagen worden gebracht.Om rust in de groep te bewaren hebben wij breng- en haaltijden vastgesteld:
Brengen voor een hele dag of alleen de ochtend tussen 7:00 en 9:00 uur.
Halen na een ochtend tussen 12:30 en 13:00 uur.
Brengen voor een middag tussen 12:30 en 13:00 uur.
Halen na een hele dag of alleen een middag tussen 17:00 en 18:00 uur.
Afscheid nemen
Bij het dagelijks brengen van de kinderen proberen we zoveel mogelijk volgens een vast ritueel het afscheid van de ouder te laten verlopen. Het "zwaaien op de vensterbank" vervult voor veel kinderen een vertrouwd onderdeel van het afscheid nemen.Activiteiten Kinderdagverblijf
Nagenoeg iedere ochtend hebben we na het drinken en voor de lunch een activiteit. Daarbij kiezen we bijvoorbeeld uit:- Knutselen. We doen dit in kleine groepjes met de kinderen. Een globale richtlijn is dat kinderen vanaf een leeftijd van ongeveer 2 jaar mee knutselen.
- Buiten spelen. Bij geschikt weer (zomer en winter) gaan de oudere kinderen nagenoeg iedere dag buiten spelen.
- Stukje wandelen.
- Georganiseerd aan tafel met speciaal speelgoed.
- Verkleden.
- Brieven posten.
- Muziek luisteren en samen dansen.
- Zelf speelgoed kiezen (eventueel aan tafel).
- Spelen in de speelzaal van de BSO.
Het is voor de kinderen geen verplichting om mee te doen. We stimuleren dit echter wel, zeker voor de oudere kinderen. Vanaf een leeftijd van 2,5/3 jaar verwachten wij dat de kinderen meedoen aan de activiteiten. Uiteraard starten we hier geleidelijk mee en wat we daarbij verlangen is afhankelijk van de leeftijd en ook de specifieke kind kenmerken. Voor kleinere kinderen geldt vaak dat zij sneller wisselen en iets anders kunnen gaan doen. Grotere kinderen worden gestimuleerd om de werkjes af te maken en mee te helpen met opruimen.
De middagactiviteit wordt afgestemd op de ochtendactiviteit. Veel activiteiten ondernemen we met kleinere groepjes. Zeker "s middags liggen er verhoudingsgewijs veel kinderen in bed. De resterende kinderen kunnen we dan, bij het uitoefenen van een bepaalde activiteit, specifieke aandacht geven.
Activiteiten BSO
Uitgangspunt is dat de kinderen bij ons hun vrije tijd doorbrengen. Ze kunnen in principe kiezen met wie, waar en waarmee ze spelen. Ze mogen zich alleen buiten het terrein van de BSO begeven als ouders daarvoor schriftelijk toestemming hebben verleend of onder begeleiding van de groepsleiding (bijvoorbeeld bij bezoek bibliotheek, supermarkt, de omgeving, etc.).Kinderen die passief zijn worden wel gestimuleerd om te spelen, maar er wordt op gelet dat ze niet het gevoel krijgen te moeten. Soms heeft een kind behoefte soms zich eventjes af te zonderen, het geen gerespecteerd wordt. Sommige kinderen komen maar kort na schooltijd. Gezamenlijke groepsactiviteiten zijn dan ook niet altijd mogelijk. Er worden activiteiten aangeboden voor kleine groepjes of individueel, waaraan kinderen naar eigen keuze deel kunnen nemen. Af en toe wordt er speciaal voor een leeftijdsgroep gekozen. Andere kinderen mogen dan wel mee doen, maar de activiteit is voornamelijk gericht op genoemde groep.
Voordat kinderen naar huis gaan worden ze geacht dat op te ruimen, waarmee ze hebben gespeeld. Als het een activiteit betreft waaraan meerdere kinderen meegedaan hebben, ruimen ze of gezamenlijk op of er wordt gevraagd of er anderen zijn die nog verder willen spelen. Als ouders aangeven dat er weinig tijd is bij het ophalen (bijvoorbeeld door zwemles) wordt het kind erop gewezen hiermee rekening te houden bij de spelkeuze.
Speciale activiteiten en feesten
Verjaardagen van de kinderen en de leidsters worden uitgebreid gevierd. We maken een mooie verjaardagshoed voor de jarige, steken kaarsjes aan, zingen liedjes en doen eventueel spelletjes.Verjaardagen op de BSO worden ook gevierd. Het jarige kind mag op tafel staan en er wordt voor hem/haar gezongen.
Ook aan andere feesten zoals Sinterklaas en kerstmis wordt speciale aandacht besteed. Ieder jaar brengen Sinterklaas en/of Zwarte Piet een bezoek aan ons kinderdagverblijf. Uiteraard sluiten we dit feest af met een klein cadeautje voor de kinderen.
Speciale verjaardagen krijgen bij ons ook speciale aandacht. Dit betekent dat de kinderen mogen knutselen voor hun jarige papa, mama, opa"s en oma"s. Uiteraard maken we ook iets moois voor moeder- en vaderdag. En als er een broertje of zusje wordt geboren, besteden we daar vanzelfsprekend ook op een leuke manier aandacht aan.
Activiteiten tijdens de vakanties
De vakantieactiviteiten worden in grote lijnen voor die periode gepland. Dit is noodzakelijk in verband met de te verwachten bezetting van de groep; zowel qua kinderen als wat betreft het aantal daarvoor benodigde pedagogisch medewerkers . De vaste invalleiding wordt ook bij de voorbereiding ervan betrokken.Tijdens vakanties en vrije dagen is het mogelijk om wat uitgebreidere activiteiten te doen. Er kan samen worden gekookt, toneelstukjes kunnen worden ingestudeerd, een mini-playback-show kan worden opgevoerd, etc. Thema"s kunnen worden uitgediept met verschillende activiteiten, zowel binnen het verblijf als daarbuiten. Uitstapjes naar het bos, de speeltuin, kinderboerderij, etc. worden gemaakt.
Tenten bouwen, buitenzwembadje e.d. kan ook vaak een hele dag vullen. Het op stap gaan gebeurt niet altijd met de hele groep. Af en toe gaat er een klein groepje met een groepsleidster mee. Er wordt rekening mee gehouden dat alle kinderen eens aan de beurt komen.
Kinderen en persoonlijke hygiëne
Het is handig om een extra verschoning in een tasje mee te geven, zo ook bijvoorbeeld een knuffel of speen waar het kind erg aan gehecht is. We verzoeken u de spullen die u meegeeft te voorzien van de naam van uw kind. Ieder kind heeft een eigen mandje voor zijn/haar persoonlijke spulletjes.Gedurende de gehele dag worden kinderen regelmatig verschoond. Elk kind dat gebruik maakt van een bedje heeft eigen beddengoed. Ook het bedje is steeds dezelfde. Elke keer wordt het bed verschoond. Bij het verschonen van de kinderen wordt er alles aan gedaan om vervuiling of besmetting te voorkomen. De kinderen moeten voor en na het eten en na het plassen hun handen (laten) wassen.
Wanneer u aangeeft dat uw kind er aan toe is om zindelijk te worden, beginnen we met de zindelijkheidstraining. Dit alles gebeurt in goed overleg met u.
Ook op de BSO zien wij er op toe, dat de hygiëne op deze zelfde weg wordt voort gezet.
Sfeer en inrichting
We proberen op onderdelen de sfeer van thuis te creëren. Dit brengen wij ook tot uiting in de keuze van de inrichting van ons pand. We sluiten daarbij zoveel mogelijk aan bij de belevingswereld van onze kinderen.Een aantal keer per jaar kleden wij ons kinderdagverblijf in een bepaald thema aan. Bijvoorbeeld winter, zomer, herfst, kerstfeest en Sinterklaas. De kinderen mogen helpen bij de aankleding en ook bij het afbreken en opruimen.
De leidsters
Op de groep zijn gediplomeerde pedagogisch medewerkers werkzaam. Algemeen geldt dat het diploma MBO-SPW kwalificatieniveau 3 bevoegdheid geeft tot uitoefening van de functie van pedagogisch medewerker, indien dit bij een onderwijsinstelling is behaald met inachtneming van de eisen die de Wet educatie en beroeps onderwijs (WEB) aan deze opleiding stelt. Daarnaast is door partijen bij de CAO Kinderopvang bepaald dat o.a. deze opleidingen toegang geven tot uitoefening van de functie van pedagogisch medewerker: akte kleuterleidster B, diploma Onderwijsassistent (3-jarig, kwalificatieniveau 4) en diploma Kinderverzorging en Opvoeding. De directie ziet erop toe dat alle medewerkers bij in dienst treding voor aanvang van de werkzaamheden een geldig diploma conform CAO Kinderopvang overleggen. Hetzelfde geldt voor de wettelijk verplichte Verklaring omtrent goed gedrag (VOG).Binnen kinderopvang in je Sas worden uiteraard de wettelijke eisen gevolgd, zo ook voor het aantal kinderen per pedagogisch medewerker. Deze zijn vastgelegd in de Beleidsregels Kwaliteit Kinderopvang.
Het uitgangspunt voor verantwoorde kinderopvang is een vaste groep kinderen in een eigen ruimte. Voor kinderopvang in je Sas betekent dit één medewerker per tien aanwezige kinderen.
Het is mogelijk, voor de flexibiliteit in de organisatie, dat maximaal een half uur per dag minder pedagogisch medewerkers worden ingezet, maar ook nooit minder dan de helft van het aantal afgesproken pedagogisch medewerkers. Is er in zo'n situatie slechts één pedagogisch medewerker in het pand aanwezig, dan is er ter ondersteuning ten minste één volwassene als achterwacht aanwezig. Beslaat de opvang de gehele dag, dan geldt hetzelfde als bij de hele dagopvang.
Dat houdt in dat ten hoogste drie uur per dag (niet aaneengesloten) minder beroepskrachten worden ingezet, maar nooit minder dan de helft van het afgesproken aantal pedagogisch medewerkers. Is er in een dergelijk situatie slechts één pedagogisch medewerker in het pand aanwezig, dan is er ter ondersteuning tenminste één volwassene als achterwacht aanwezig.
Onze leidsters hebben een open en positieve houding naar alle kinderen, waardoor het kind de eigen ontwikkeling kan doormaken. De leidster zorgt mede voor een vertrouwde en stimulerende sfeer. Belangrijk in de benadering van de leidsters is dat zij kunnen variëren in hun gedrag en zowel stimulerend, begeleidend, corrigerend, sturen als ook afwachtend kunnen zijn. Daar waar mogelijk zullen de leidsters zoveel mogelijk meedoen met de diverse activiteiten. Dominant is dat gewenst gedrag wordt beloond. Ongewenst gedrag wordt zoveel mogelijk omgebogen door het kind iets anders aan te bieden.
Wij vinden het belangrijk dat kinderen zoveel mogelijk met een vast team van leidsters te maken hebben. De inzet van de leidsters is gebaseerd op een vast werkschema. Bij kortdurende vervanging maken wij gebruik van een vaste vervangster en zoeken wij in principe mogelijkheden binnen ons vaste team.
Achterwacht
Op het moment dat zich een calamiteit voordoet (pedagogisch medewerker ziek; kind ziek; ongeval met kind) waardoor een pedagogisch medewerker de locatie moet verlaten, met als gevolg dat de pedagogisch medewerker/ kind ratio overschreden wordt, is het voor de pedagogisch medewerker duidelijk wat zij moet doen, dit alles staat beschreven in een protocol. Dit protocol stelt dat er binnen 10 minuten een collega of volwassene ter plaatse moet zijn. Als dit geen pedagogisch medewerker is, maar een externe achterwacht, wordt deze alleen ingezet in het geval van acute nood of calamiteiten.Beleid vier-ogen principe
Het vier-ogen principe: veiligheid voor alles: zorgen voor vier ogen, vier oren en transparantie. Vanaf 1 juli 2013 wordt het "vier-ogenprincipe" verplicht gesteld voor de dagopvang. Het vier-ogenprincipe houdt in dat altijd een volwassene moet kunnen meekijken of meeluisteren met een beroepskracht. Een beroepskracht mag nog steeds alleen op de groep staan, zolang maar op elk moment een andere volwassene de mogelijkheid heeft om mee te kijken of luisteren. De oudercommissie heeft hierin adviesrecht. En de GGD controleert hier ook op. Kinderopvang in je Sas heeft hiervoor een protocol opgesteld, welke bij alle leidsters bekend is.Waarden en normen
Wij beschouwen het als een van onze taken om aan de kinderen vrij algemeen geldende waarden en normen over te dragen. Hier valt te denken aan je aan regels en afspraken houden, respect hebben voor anderen, beleefd zijn, samen delen, samen spelen, anderen geen pijn doen.Mentorschap
Aan ieder kind wordt een mentor toegewezen. De mentor is een pedagogisch medewerker die werkt op de groep van uw kind. De mentor is het aanspreekpunt voor de ouders om de ontwikkeling en het welbevinden van uw kind te bespreken.Waarom een mentor aanwijzen?
Om de ontwikkeling van het kind te kunnen volgen, moet de mentor het kind echt kennen. Daarom is de mentor direct betrokken bij de opvang en ontwikkeling van het kind. De mentor is één van de pedagogisch medewerkers van de groep, die de meeste dagen aanwezig is tijdens het verblijf van uw kind op het kinderdagverblijf. Eventueel vervult de mentor ook een rol in het contact met andere professionals (met toestemming van de ouders).Individuele behoeftes van het kind
Door het volgen van de ontwikkeling van het kind sluiten pedagogisch medewerkers aan op de individuele behoeften van een kind. Tevens kan er door overleg met ouders worden afgestemd hoe aan wensen en behoeften van het kind tegemoet kan worden gekomen. De combinatie van ontwikkelingsgericht werken en de inzet van een mentor maakt dat belangrijke ontwikkelstappen en mogelijke achterstanden, worden gevolgd en indien nodig tijdig gesignaleerd.Schriftjes
Voor ieder kind (tot 1 jaar) wordt een schriftje bijgehouden. Dagelijks wordt er in geschreven hoe het met uw kind gaat, vorderingen, anekdotes en bezigheden worden vernoemd. Als ouder krijgt u daar door een goed overzicht hoe de dag van uw kind bij Kinderopvang in je Sas is verlopen. Ook wordt er gedurende de gehele kinderdagverblijf periode een plakboek bijgehouden met o.a. werkjes van uw kind. Aan het einde van de opvangtijd heeft u een leuk overzicht van de periode bij ons kinderdagverblijf.Ouders
Wij stimuleren betrokkenheid van de ouders bij het kinderdagverblijf. Dit komt zowel bij het dagelijkse contact als ook bijzondere activiteiten (zomerborrel, ouderbijeenkomsten en oudercommissie) tot uiting. Wij hechten belang aan het dagelijkse praatje bij het brengen en halen van de kinderen. Bovendien heeft ieder kind een eigen schriftje waarin de belangrijkste gebeurtenissen vermeld staan over hun verblijf bij Kinderopvang in je Sas. Wij bieden verder alle gelegenheid tot een gesprek met de ouders.Regelmatig verschijnt er een nieuwsbrief met informatie en actualiteiten over Kinderopvang in je Sas. Alle ouders ontvangen deze brief. Middels de nieuwsbrief wordt u op de hoogte gehouden van de bezigheden van de oudercommissie.
Signaleren
Onze observatielijsten worden ingevuld door de leidster die het kind gedurende de meeste momenten verzorgd. Samen met andere leidsters worden deze ingevulde lijsten besproken. Hierna nemen de leidsters deze door met de leidinggevende. Wij proberen hierdoor een zo goed, en zo breed, mogelijk beeld van een kind te krijgen. Daarnaast worden tijdens de teamvergaderingen, de ontwikkelingen van diverse kinderen besproken. Iedereen van het team wordt op de hoogte gebracht van kind ontwikkelingen die extra in de gaten moeten worden gehouden. Mochten wij bepaalde bijzonderheden signaleren, dan bespreken wij deze uitvoerig binnen het team.Zodra wij een duidelijk beeld hebben, bespreken wij onze bevindingen met de ouders/verzorgers. Tijdens dit gesprek worden eventuele actiepunten in kaart gebracht. Indien de situatie externe hulp vereist, zullen wij ouders doorverwijzen naar een instantie die hen verder kan begeleiden. (CB,Veilig thuis,JGZ etc)
Gezondheid/ziekte
Wij houden de gezondheid van alle kinderen goed in de gaten. Als kinderen ziek worden tijdens hun verblijf bij Kinderopvang in je Sas nemen wij altijd contact op met de ouders. We overleggen dan samen hoe verder te handelen. Bij ziekte worden de richtlijnen van de GGD gehanteerd. Het beleid van het kinderdagverblijf bij ziekte van een kind is als volgt:Wanneer wordt een kind ziek opgehaald:
Als het te ziek is om aan het dagprogramma deel te nemen.
Als de verzorging te intensief is voor de leiding.
Als het de gezondheid van andere kinderen in gevaar brengt.
Wat te doen bij besmettelijke ziektes:
Ouders melden besmettelijke ziektes bij de leiding.
De leiding volgt de adviezen op van de GGD.
De GGD adviseert maatregelen afhankelijk van de ziekte. De GGD heeft een uitgebreid rapport geschreven over de meest voorkomende ziektes.
Op het moment dat een ziekmelding binnenkomt, worden de richtlijnen hiervoor bekeken en besproken met de ouders.
Speelruimte en speelgoed
Onze open en lichte ruimtes zijn zo ingedeeld dat kinderen zonder directe begeleiding daar veilig kunnen spelen. Vanuit het aspect van controle en veiligheid zijn alle deuren voorzien van veiligheidsglas.Voor de kleinere kinderen hebben een duo box en verschillende speelmatten. De buitenruimte is verhard en zo kan er met loopauto"s trekkers e.d. leuk gespeeld worden. Ook beschikken wij nog over een grote speelweide met gras en verschillende speeltoestellen, wanneer wij van deze ruimte gebruik maken en er liggen nog kinderen te slapen, dan houden wij deze in de gaten middels een babyfoon. Ook zijn wij gevestigd aan de bosrand, met speeltuin, waar wij dan ook regelmatig gebruik van zullen maken.
Wij voeren een bewust speelgoedbeleid. Dit betekent dat we inmiddels het speelgoed de stimuleren en proberen uit te dagen om nieuwe dingen te proberen.
We beschikken over een breed assortiment aan speelgoed voor alle leeftijdscategorieën. Regelmatig schaffen we nieuw speelgoed aan, zodat we ook voldoende kunnen blijven variëren.
In de hele ruimte is speelgoed direct voor alle kinderen beschikbaar. Daarnaast is er ook speelgoed waar kinderen pas na overleg met de leidster mee kunnen spelen.
De ruimtes worden dagelijks schoongehouden door de leidsters en minimaal 3 keer per week maakt een schoonmaakster alles weer schoon.
Plaatsingsbeleid
Na inschrijving zorgen wij zo snel mogelijk voor plaatsing van uw kind. Enkele weken voor de plaatsing van uw kind vind er een gesprek plaats met de coördinator of een leidster. Tijdens dit gesprek ontvangen ouders/verzorgers (nogmaals) informatie over de gang van zaken in Kinderopvang in je Sas. Eventuele vragen worden beantwoord, wij leiden u rond en we maken afspraken over de wenperiode.Ieder kind is welkom bij Kinderopvang in je Sas. Ook een kind met een handicap of speciale verzorging kunnen wij een plekje bieden, mits de huidige groep dit toelaat. Moeilijke kinderen kennen wij niet. Wel kinderen die tijdelijk of constant meer aandacht nodig hebben.
Wennen
In overleg met de ouders worden afspraken gemaakt over het wennen van het kind bij het kinderdagverblijf. Mede afhankelijk van (de leeftijd van) het kind wordt hier een invulling aan gegeven. Soms start de opvang door samen met de ouders even te spelen, andere kinderen komen meteen voor enkele uurtjes. Altijd wordt het brengen en halen voor de eerste keren op een rustig moment gepland. Zo kan het verblijf goed voorgesproken worden en kunnen de eerste ervaringen achteraf ook goed uitgewisseld worden. De leidsters observeren het nieuwe kind nauwlettend en sluiten zoveel mogelijk aan bij het tempo en de wensen van het kind. Kinderen die van het kinderdagverblijf naar de BSO gaan, zullen minder hoeven wennen omdat wij regelmatig bij elkaar binnen lopen.Protocollen
Een aantal zaken hebben wij middels protocollen vastgelegd. Hierin wordt precies omschreven hoe te handelen bij een aantal specifieke gebeurtenissen. Denk hierbij aan: medicijn gebruik, buikligging, kindermishandeling, kinderziektes, enzovoort. Ook deze protocollen zijn aanwezig en in te zien.Klachtenprocedure
Als klant heeft een ouder het recht om een klacht in te dienen. Dat is geregeld in de Wet klachtrecht cliënten. Voor mogelijke klachten zal kinderopvang in je Sas altijd een oplossing proberen te bieden.De regeling, wordt door de houder van in je Sas schriftelijk vastgelegd en voorziet er in ieder geval in dat:
a. de ouder zijn klacht schriftelijk bij de houder indient;
b. de houder de klacht zorgvuldig onderzoekt;
c. de houder de ouder zoveel mogelijk op de hoogte houdt van de voortgang van de behandeling van de klacht;
d. de klacht, rekening houdende met de aard ervan, zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk zes weken na indiening bij de houder, wordt afgehandeld;
e. de houder de ouder een schriftelijk en met redenen omkleed oordeel op de klacht verstrekt, en
f. er in het oordeel een concrete termijn wordt gesteld waarbinnen eventuele maatregelen naar aanleiding van de klacht zullen zijn gerealiseerd.
Mocht de klacht niet naar wens behandeld worden, dan verwijzen wij ouders door naar de Geschillencommissie.
De Geschillencommissie is een onafhankelijke en deskundige commissie die onder andere klachten vanuit de kinderopvang behandeld.
Ieder jaar maakt kinderopvang in je Sas middels het 'Jaarverslag Klachten' bekend welke klachten zijn gemeld.